:23:00
Ik zat op de 36-meterlijn.
:23:09
Wat u zegt.
:23:16
Kunt u het bed wat lager zetten ?
:23:19
Natuurlijk.
:23:28
- Wat is er ?
- Mijn rug. Zet het weer hoger.
:23:31
Doet het pijn ?
:23:33
Dat zal wel.
Hij heeft 'n geknelde ruggenwervel.
:23:35
- Wat heb ik ?
- Kijk hier eens naar.
:23:38
Er zit druk op de vijfde ruggenwervel.
:23:40
- Weet u 't zeker ?
- Ik draag dit niet omdat ik kapper ben.
:23:44
- Ik twijfel niet aan uw kennis.
- Bemoei u er dan niet mee.
:23:48
Ontspan u. Zeg me of dit pijn doet.
:24:01
- Rustig aan.
- Niet mee bemoeien.
:24:08
- Mag ik die sigaret hebben ?
- Mag hij roken ?
:24:12
Ik ben gestopt. Maar als u rookt,
blaas het dan mijn kant uit.
:24:26
Waarom houdt u uw sigaret zo raar vast ?
:24:28
- M'n andere vingers lijken wel verlamd.
- Zei je verlamd ?
:24:31
- Dat hoorde u toch.
- Ik begrijp 't niet. Z'n rug is gekwetst.
:24:35
- Wat heeft dat met z'n vingers te maken ?
- Dat is normaal in zo'n geval.
:24:38
Er zit waarschijnlijk 'n zenuw klem.
:24:41
- Is dat zo ?
- Het is net als 'n platgereden horloge.
:24:45
Beeld je eens in wat er
met het mechanisme gebeurt.
:24:48
Ik mag blij zijn dat m'n hart nog klopt.
:24:54
Zeg me wanneer u 'n scherpe pijn voelt
en wanneer 't dof voelt.
:24:58
Scherpe pijn.