:02:10
Heb je je pijn gedaan?
Ja, m'n knie.
:02:13
Gelukkig heb ik
m'n zijden kousen niet aan.
:02:16
Je moet erop spugen,
dan prikt het niet zo erg.
:02:23
Is met jou alles in orde?
lk geloof het wel.
:02:27
M'n armband is wel beschadigd.
Er is een diamant uit gevallen.
:02:32
Het was geen echte diamant.
Hoe weet jij dat?
:02:35
Anders zou je niet
bij een spoorweg rondwandelen.
:02:39
Zeker niet met een kapotte pop
en een halfrotte banaan.
:02:44
Hoe heet je eigenlijk?
:02:46
Tom.
lk heet Willie.
:02:49
Hoe kom je aan zo'n naam?
Ze verwachtten een jongetje.
:02:54
Ze hadden al een meisje, Alva.
Dat was m'n zus.
:02:58
Moet je niet naar school?
:03:00
Lk hoopte op goed vliegerweer.
Hoezo?
:03:06
Omdat de hemel zo wit is.
Waarom zit jij niet op school?
:03:10
Lk ben weggelopen. Ze gaven algebra,
en daar heb ik een hekel aan.
:03:16
Van rondlopen bij een spoorweg
leer je niks.
:03:20
Van vliegeren ook niet.
:03:22
Voor een meisje is het belangrijker
om met mensen om te kunnen gaan.
:03:27
Dat heeft Alva me geleerd. Het
spoorwegpersoneel was weg van haar.
:03:32
Machinisten?
:03:35
Machinisten, stokers, remmers,
conducteurs, de hoofdopzichter...
:03:40
ze hadden allemaal een oogje op Alva.
:03:43
Ze was hier de voornaamste attractie.
:03:48
Ongelooflijk mooi.
:03:54
Zie je dat huis?
:03:57
Daar hebben we gouden tijden beleefd.
Dat geloof ik graag.