1:38:06
Jij bent toch bang voor onweer?
lk liep toevallig langs.
1:38:40
Kom verder.
1:38:43
Mama?
Kom toch verder.
1:38:47
Je bent doorweekt. Je vindt
het toch niet erg dat ik er ben?
1:38:52
Je vergeet nog steeds
de deur dicht te doen.
1:38:57
Doe die natte jas uit,
straks word je nog ziek.
1:39:01
Hoe heb je ons gevonden?
Willie liet me Alva's ansichtkaart zien.
1:39:06
Jij bent ook verkleumd.
Ik heb koffie gezet.
1:39:17
Vertel het hem niet.
Geef die kopjes eens.
1:39:20
Straks kan hij het niet aan.
Waar heb je het over?
1:39:24
Alsjeblieft.
Waar is de suiker?
1:39:26
Het spijt me zo, mama.
1:39:29
Echt waar.
Het is in orde. We hebben melk nodig.
1:39:35
Mama, als je het tegen Owen zegt,
gaat hij eronderdoor.
1:39:40
Je vraagt niet eens hoe het met me
gaat. Geef je dan niks om me?
1:39:44
Hij wil met me trouwen.
1:39:50
De koffie wordt koud.
1:39:53
We gaan naar binnen.