:23:08
Ik zie hier van alles rondspringen.
:23:12
- Echt ?
- Ja, kijk.
:23:15
- Wat is het ?
- Een mot.
:23:17
Een wat ?
:23:19
Een mot. Een insect
:23:27
Dit is een rare plek.
:23:30
Ik krijg last van die rook.
:23:34
Maar je blijft toch zitten.
:23:42
Waar kom je vandaan ?
:23:45
Heb je een vuurtje voor me ?
:23:48
Waar kom je vandaan ?
:23:52
Moeilijk te zeggen.
:23:54
Moeilijk te zeggen ?
:23:55
Waar kom je vandaan, man ?
:23:57
Dat is moeilijk te zeggen,
omdat het een lang woord is.
:24:02
Ik vraag gewoon
waar je vandaan komt.
:24:07
Een stad.
:24:09
Uit een stad ?
:24:12
Maakt niet uit welke.
Alle steden zijn hetzelfde.
:24:15
Daarom ben ik hier nu.
:24:17
Daarom ben je hier nu ?
:24:19
Waarom ?
:24:21
Omdat ik ver weg ben
van de stad...
:24:23
... en daar wil ik ook zijn.
:24:29
Kennen ze je op deze plaats ?
:24:33
De plaats waar we naartoe gaan ?
:24:35
Of de plaats waar we nu zijn ?
:24:39
Deze plaats.
:24:47
Je zit erop.
:24:49
Zit ik erop ?
:24:51
De mensen van wie deze plaats is,
liggen onder jou.
:24:57
Je kan toch
een beetje beleefd zijn.