1:05:03
Weet je wat ik bedoel ?
1:05:05
Ik heb er 's
twee mekaar zien kussen.
1:05:09
Twee mannen. Stel je voor.
1:05:13
Wat doen we met hen ?
1:05:15
Geen idee.
Ze halen vast de dorpsgrens niet.
1:05:24
We zijn hier weg.
1:05:26
Weg ?
1:05:33
Ja, meneer.
1:05:34
Het was me een genoegen.
1:05:43
Ze hebben sjieke motoren,
die flikkers.
1:05:46
Kijk 's naar die vlag op die motor.
1:05:49
Zeg dat wel.
1:05:51
Ik blijf erbij
dat ze de dorpsgrens niet halen.
1:05:59
Hé, mag ik een ritje maken ?
1:06:02
Wil je meerijden ?
1:06:04
Heb je een briefje van je ma ?
1:06:06
Mijn moeder vindt dat oké.
1:06:08
Laat ons alsjeblieft meerijden.
1:06:12
Ik heb er niets op tegen.
1:06:16
De man staat voor het raam.
1:06:22
De man staat voor het raam.
1:06:25
Ik zou jullie wel willen meenemen.