1:25:05
Ik wist niet dat ie naar Rome ging.
Hij zei dat ie naar Milwaukee ging.
1:25:09
Hier, Inez,
neem nog een slok.
1:25:15
Dit zat in uw tas.
U moet het hebben geweten.
1:25:17
Dat kwam vannacht. Expresse.
Ik zag 't nadat ie was vertrokken.
1:25:24
Doet uw man zaken in Italiƫ ?
1:25:28
Wat voor werk doet hij ?
1:25:30
Hij is... Hij was...
1:25:33
Hij deed graafwerken voor gebouwen.
1:25:36
Deed ? Doet hij dat niet meer ?
1:25:39
De dingen liepen... fout.
1:25:41
Financiƫle moeilijkheden ?
- Ja.
1:25:44
Erg ? Blut ? Schulden ?
1:25:48
Hoe kwam hij dan
aan het geld voor zijn ticket ?
1:25:52
Ik denk... dat hij mijn
moeders trouwring verpatst heeft.
1:25:55
Toen ik vanavond in het kistje
keek was het leeg.
1:26:00
Het lukt hem niet meer
een aanstelling vast te houden.
1:26:04
Waarom niet ?
1:26:06
Hij wordt boos. Ze ontslaan hem.
Hij heeft opvliegingen.
1:26:10
Dat heeft hij sinds hij
uit het ziekenhuis kwam.
1:26:15
Wat voor ziekenhuis ?
- Militair ziekenhuis.
1:26:18
Ja, maar waarvoor
was hij in 't ziekenhuis ?
1:26:23
Hij was... ziek.
1:26:31
Mentaal ?
1:26:34
Mevr. Guerrero, wat deed
uw man in de oorlog ?
1:26:38
Sloop.
1:26:42
En bij het graafwerk
gebruikte hij explosieven ?
1:26:50
Hij...
- U ging wat zeggen.
1:26:55
Toen hij de laatste keer
werd ontslagen,
1:26:58
miste er iets. Dynamiet.