:32:01
Je kent mijn gemoedstoestand niet
zoals die van hem. Hoe komt dat ?
:32:06
Je vertelt mij geen gedachten
waarvan ik niet wist dat ik ze had.
:32:11
- Je kunt het met mij ook.
- Nee.
:32:14
Je kunt het met hem,
dus kan je het met mij ook.
:32:18
- Ik kan het met jou niet.
- Nu is het genoeg geweest.
:32:24
- Ik wil geen ultimatums meer.
- Vertel het vanavond.
:32:28
Anders doe ik 't morgen. Kijk me aan.
Zeg me wat ik denk, verdomme !
:32:55
- Je hebt het niet verteld, hé ?
- Nee.
:32:59
- Waarom niet ?
- Hij kijkt me zo vol vertrouwen aan.
:33:06
- Hoe kijk ik jou dan aan ?
- Verbitterd.
:33:11
Het was ooit met vertrouwen.
Nu weet je tenminste wat ik denk.
:33:17
- Heb jij het hem verteld ?
- Wat denk je ?
:33:26
Wat doen we nu ?
:33:30
- Ik zal wel een ultimatum krijgen.
- Heeft dit eigenlijk nog zin ?
:33:47
- Wat ?
- Jij en ik.
:33:56
- Dat bepaal jij.
- Nee, jij bepaalt dat.