:48:00
- Zuster ?
- Wat is er, Mr. Weisenborn ?
:48:04
- Wilt u even hier komen ?
- Jazeker.
:48:16
Tjonge, Mr. Weisenborn toch !
:48:31
De meeste mannen die ik ken
zijn lullen.
:48:37
Ik weet niet meer wat ze willen.
:48:41
Dat zal ik je vertellen.
Ze willen jouw poesje.
:48:47
Maar ze krijgen je poesje niet.
:48:51
Omdat deze jongen het heeft.
:48:56
Je bent behoorlijk zelfverzekerd.
:49:05
- Je bent een fijne man.
- En jij bent een geluksvogel.