:09:02
Prachtig, schat. Je verwent me.
:09:05
Ik hou van je.
Ik heb ook iets voor jou gekocht.
:09:09
Alweer gewinkeld ?
:09:20
Die is voor jou, schat.
:09:22
- Voor mij ?
- Het wordt 'n koude winter.
:09:25
Zonder jou liep ik nog in m'n havenkledij.
:09:31
- Ik ben bij Françoise geweest.
- Hoe is het met 'r ?
:09:34
Ze was de rust zelve.
:09:37
Ze vroeg naar jou en of wij gelukkig waren.
:09:41
En zijn we dat ?
:09:51
Zeker, mevrouw.
:09:53
Hoeveel mannen ? Twee ?
:09:58
Kunt u ze beschrijven ?
:10:15
Moet ik je even helpen ?
Stomme spaghettivreter.
:10:20
- Wist ik dat ie een mes had ?
- Vertrouw nooit zwartjes.
:10:23
- Hij had blank kunnen zijn.
- Die ook niet. Meld je je ziek ?
:10:28
Zullen we nog even de kroeg induiken ?
:10:30
Ik ben bekaf. Ik ga naar huis.
:10:33
Een drankje dan.