Solyaris
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:18:00
Een persoon?
:18:02
Ja, een mens.
:18:08
Hebt u zijn gezicht gezien?
:18:10
Ja.
:18:17
Wat voor mens?
:18:23
En wie was het?
:18:27
Een kind.
:18:31
- Had u 't eerder gezien?
- Nee, nog nooit.

:18:37
Toen ik dichter naar 'm toevloog,
:18:41
zag ik iets in hem wat niet in
orde was.

:18:44
ln welke zin?
:18:50
lk begreep niet meteen, wat het was.
:18:53
Pas later begreep ik dat hij
ongewoon groot was.

:18:59
Hij was wel 'n meter of vier lang.
:19:03
Hij had blauwe ogen,
zwart haar.

:19:10
Misschien voelt u zich niet goed?
:19:14
We stellen de vergadering uit.
:19:19
lk ga verder.
:19:28
Hij was absoluut naakt,
als 'n pasgeboren kind.

:19:36
En nat, of preciezer, glibbering.
:19:40
Zijn huid glom.
:19:43
Hij deinde mee op de golven,
omhoog, omlaag

:19:46
en hij bewoog zich onafhankelijk
daarvan.

:19:48
Het was walgelijk.

vorige.
volgende.