:31:44
Is er iemand ?
:31:53
Uw champagne, meneer.
:31:55
- Wat zei u ?
- Uw champagne.
:31:57
Zet het maar op tafel, dank u.
:32:04
- Zal ik hem openen ?
- Wat ?
:32:07
Zal ik hem openen ?
:32:10
O nee, dat doe ik wel. Dank u.
:32:14
- Dat was het dan.
- Dank u wel.