:13:05
We gaan even zitten.
-Wat zei hij?
:13:09
Niet veel.
-Wat dan wel?
:13:13
Ze zijn afgetuigd.
-Door wie?
:13:16
Kalm, pa.
Ik ben net zo van slag als jij.
:13:20
Hij zei dat Carol wartaal uitsloeg.
Het waren twee of drie mannen.
:13:25
Ze deed open omdat ze dacht
dat het de bezorger was.
:13:38
Wanneer horen we iets?
:13:44
Weten ze dat we hier zijn?
-Ik heb met een zuster gepraat.
:13:49
Daar staat een man te bloeden
en er komt niemand.
:13:56
Hoe is het met m'n vrouw
en m'n dochter?
:14:00
De dokter komt zo bij u.
-We wachten hier al heel lang.
:14:05
We zitten hier nog maar
een paar minuten.
:14:11
Uw vrouw is in orde. We hebben haar
een kalmeringsmiddel gegeven.
:14:17
Ik ben Paul Kersey.
Hoe is 't met mijn vrouw?
:14:20
Het spijt me.
Ze is zojuist overleden.
:14:30
Heer, wij vertrouwen u Joanna toe.
:14:34
We geloven in Uw liefde...
:14:36
en in de belofte
van het eeuwige leven...
:14:40
door de Here Jezus, amen.
:14:44
O Heer, vader van de hele familie
in de hemel en op aarde.
:14:49
Steun hen die treuren.
:14:52
Laat ze leunen op Uw kracht...
:14:55
en geloven in een leven
na de dood...
:14:59
door de Here Jezus, amen.