:50:02
Toen hij wegreed...
:50:03
voelde Barry zich op z'n gemak.
:50:07
Hij was vast van plan een heer te blijven.
:50:29
Sorry, juffrouw.
:50:32
Ja.
:50:33
Goedendag.
:50:35
Goedendag.
:50:38
Spreekt u Engels ?
:50:42
'n Beetje.
:50:47
Ik heb de hele dag niets gegeten.
:50:52
Is er een herberg in de buurt
waar ik kan eten ?
:50:57
Nee, ik geloof van niet.
:51:01
Voor Grünberg kunt u nergens eten.
:51:09
Woont u vlakbij ?
:51:14
Ja.
:51:18
Kunt u mij... te eten geven ?
Ik betaal er graag voor.
:51:26
Dat kan wel.
:51:52
'n Jongen of 'n meisje ?
:51:55
'n Jongen.
:51:59
Hoe heet hij ?