:06:00
Dat kan ik niet.
:06:02
En toch geloof ik 't.
:06:06
U bent mij 15.500 gouden frederikken
schuldig...
:06:11
die ik eerlijk heb gewonnen.
:06:15
Chevalier...
:06:19
u zult om uw geld moeten vechten.
:06:24
Als u geduld hebt...
:06:27
betaal ik u het nog wel eens.
:06:34
Als ik zo tam was om dit te accepteren...
:06:39
zou ik een eerbaar en lucratief beroep
moeten opgeven.
:06:44
Ik heb alles gezegd wat er te zeggen is.
:06:47
Ik sta voor elk doel tot uw dienst.
:06:53
Goedenavond.
:07:15
Werd er vals gespeeld ?
:07:19
Voor zover ik kan nagaan,
meneer de Minister, nee.
:07:23
Ik geloof dat hij eerlijk won.
:07:30
Wat is de Chevalier van plan ?
:07:33
Ik ben niet zeker.
:07:35
De Prins zei dat hij om z'n geld
zou moeten vechten.
:07:42
'n Confrontatie met de Prins is onmogelijk.
:07:49
De Prins liet 'm geen andere keus.