:28:02
Ik zie je wenkende hand.
:28:07
O, wat een mooie tuin, Henry.
:28:13
Is dat een beeld ?
:28:17
Is dat Walter, daar naast die fontein ?
:28:23
Hoe kan je ?
- Ik heb je autosleutels nodig.
:28:27
Dit is heel slecht voor me.
:28:30
Geef de sleutels nou.
:28:33
Ik heb de dochter
van die chauffeur gevonden.
:28:38
Wat moet ik zonder auto ?
- Neem maar een taxi.
:28:41
De bomen wiegen en de takken
wijken uiteen, maar er is niemand.
:28:48
Ik zie duisternis dalen, de lucht
wordt kil, het licht verdwijnt.
:28:57
Hebt u Walter gezien ?
:29:00
Waar ?
- In de keuken.
:29:04
Ja.
:29:20
Hebt u even tijd voor me,
Mrs. Hannagan ?
:29:23
Ja hoor. Kennen wij elkaar ?
:29:26
Ik ben Frank McBride
van Ferguson en McBride.
:29:30
Ik wil wat over uw jeugd horen.
:29:34
Mijn jeugd ?
:29:36
Dat is een saai verhaal.
Waarom wilt u dat horen ?
:29:41
Dat zit zo, de informatie waarnaar
ik op zoek ben, is veel geld waard.
:29:47
O, ja ? Voor wie ?
:29:50
Dat leuke puntje
gaan we straks bespreken.
:29:56
Begin maar bij uw ouders.
:29:59
Die zijn allebei dood.