1:18:02
M'n handschrift is kinderlijk,
maar ik let scherp op gesproken taal.
1:18:09
Ik benijd je je studietijd. Geniet ervan.
Zo vrij ben je nooit meer.
1:18:15
Ja, ik heb me schandelijk gedragen.
Maar ik moest weten wat je wist.
1:18:22
Ik weet zeker dat je broer me wou
beroven, zodra ik de diamanten had.
1:18:31
Wou Scylla me in z'n eentje beroven ?
1:18:38
Ken je de waarde van diamanten ?
Ik ook niet, niet op de huidige markt.
1:18:44
Dat moet ik morgen uitzoeken,
voor ik naar de bank ga.
1:18:51
Weet je...
1:18:56
Je broer was ongelooflijk sterk.
Kracht is vaak erfelijk.
1:19:02
Hij stierf in jouw armen
na een lange martelgang.
1:19:08
Daar moet een reden voor zijn.
- Ik weet niks.
1:19:15
Karl.
1:19:33
Rustig maar. Ik kom niet meer
aan dat gat. Die zenuw sterft al af.
1:19:39
Een levende zenuw is veel gevoeliger.
1:19:43
Ik boor een gezonde tand aan
tot ik bij de zenuw kom.
1:19:49
Tenzij je me vertelt dat het veilig is.