:28:01
Wat doet ze daar?
:28:03
Daar woont ze al achttien jaar.
:28:06
Ze zou toch geen non zijn?
Niet Marian.
:28:09
Je zult wel zien.
:28:12
Ik zou niet weten wat ik moet zeggen.
- Zij verzint wel iets.
:28:34
Dit verzacht de pijn.
:28:37
Hallo, daar in de abdij.
:28:39
Verdorie.
:28:41
Excuseer me. Dat is de sheriff.
Ik heb het druk vandaag.
:28:53
Hallo.
:28:56
Ga jij maar, John.
:28:57
Ik heb nooit afscheid genomen.
Ze is vast boos.
:29:01
Weet je wat?
Lk wacht nog wel een dag.
:29:05
Jij daar.
:29:07
Wat wil je in godsnaam?
:29:09
Is dit de abdij?
:29:11
Ja, en ik ben de abdis.
Wie bent u?
:29:16
Grote goden, het is Marian.
:29:21
Robin.
:29:23
Waarom heb je dat kostuum aan?
- Daar leef ik in.
:29:31
Ik ben naar je teruggekeerd, Marian.
:29:34
De oorlogen zijn voorbij. Ik ben er.
:29:37
Ik heet nu Moeder Jennet.
Ga maar weer terug naar Jeruzalem.
:29:42
Je bent boos.
:29:44
Ik heb in geen 20 jaar
aan je gedacht.
:29:47
Lach eens en vraag of ik binnen kom.
:29:49
Kom maar als ik er niet ben.
:29:52
De sheriff brengt me naar de cel.
- Naar de gevangenis?
:29:57
Wat zei je, Marian?
:29:59
Verdorie, die man ook.