:40:22
Heb je goed geslapen?
:40:24
Jij?
- Op naar Nottingham dan maar.
:40:27
Eerst naar de abdij.
M'n spullen zijn daar blijven liggen.
:40:31
Je zit bij mij achterop.
- Dat deed ik altijd.
:40:35
Als je nog weet hoe't moet.
:41:04
Het duurt niet lang meer.
- Moeder Jennet.
:41:07
Ze zijn meegenomen.
We waren in de tuin.
:41:10
Mannen...
- De sheriff en de sukkel?
:41:13
Wij renden weg.
Ze hebben de anderen gevangen.
:41:16
Ze zijn meegenomen.
- Had je erbuiten gehouden.
:41:20
Denk je dat hij jou zoekt?
Hij wil mij.
:41:23
Hij zoekt John en mij.
:41:26
Hij wacht op ons.
- Breng me naar Nottingham.
:41:30
Nee, jij niet. Wij gaan.
- Dan ga ik wel lopen.
:41:34
Breng haar naar het kamp.
Ik kom straks.
:41:37
Als ik een man was, sloeg ik je neer.
:41:40
Nu ken ik je weer, Marian.