:05:10
Daar is je zoon.
:05:53
Goedemorgen.
:06:07
- Wat doe jij zo vroeg thuis ?
- Ik kom alvast de koffers pakken.
:06:11
Er is geen tijd te verliezen.
We vertrekken morgenochtend.
:06:18
Waar heb je het over ?
:06:20
Over onze ambassadeur in Londen.
:06:25
- Wat is er dan met hem ?
- Je bent met hem getrouwd.
:06:29
Wat zeg je ?
:06:32
Ik ben tot ambassadeur
in Groot-Brittanniƫ benoemd.