:22:03
- Hier hebt u mijn referenties.
- Dank u wel.
:22:08
Kan ik dan nu uw zoon leren kennen ?
:22:13
- Ja, natuurlijk.
- Dank u.
:22:38
Vrees niet, kleine jongen.
:22:43
Ik ben hier om u te beschermen.
:22:59
- Ze komen zo.
- Uitstekend, meneer.
:23:08
- Kathy.
- Ik kom er aan.
:23:14
- Mrs. Baylock.
- Ja, mevrouw ?
:23:16
- Waar is Damien ?
- Als u 't niet erg vindt,
:23:18
gaat hij volgens mij liever naar 't park.
:23:21
- Ik zei dat hij met ons meeging.
- Hij is te jong voor de kerk.
:23:24
- Hij zal er te veel lawaai maken.
- U begrijp 't niet.
:23:28
Mijn man en ik willen
dat Damien met ons mee naar de kerk gaat.
:23:33
Ik kom er aan.
:23:35
Kleedt u hem nu onmiddellijk aan.
:23:39
Neemt u me niet kwalijk
dat ik mijn mening uit,
:23:42
maar denkt u echt dat een jongen van vijf
:23:45
begrijpt hoe
een episcopaalse bruiloft in elkaar zit ?
:23:49
Brengt u mijn zoon binnen vijf minuten
aangekleed naar de auto ? Dank u zeer.