:07:30
Het eten staat op tafel.
Ik heb geen honger.
:07:33
Omdat je kostgeld betaalt,
hoef je niet in hongerstaking te gaan.
:07:39
Ik heb m'n overhemd al aan.
:07:42
Ik wil er niet op morsen.
- Maak je maar geen zorgen.
:07:46
Je moeders spaghettisaus drupt niet
en smaakt niet.
:07:51
Kom op.
:08:03
Jullie zeggen altijd...
:08:05
dat ik te laat kom, maar jullie weten
toch dat ik tot zes uur werk ?
:08:10
Je had priester moeten worden,
net als je broer.
:08:15
Precies.
:08:16
Moet u beslist een kruis maken ?
- Pater Frank jr. de priester.
:08:22
Je moeder heeft niet veel anders
waar ze een kruis voor kan maken.
:08:26
Je bent jaloers op Frank jr.
- Ach, hou je smoel dicht.
:08:31
Pas op m'n overhemd, kaffer.
- Basta. Mangia, mangia.
:08:37
Eet nu, er zijn meer karbonaden.
- Meer ? Zeg, ik ben werkloos.
:08:42
Hier in huis wordt er goed gegeten.
Ik zou een baantje kunnen zoeken.
:08:46
Ben je stapelgek ? Ik heb 25 jaar in
de bouw gezeten en jullie verzorgd.
:08:52
En nauwelijks ben ik een half jaar
zonder werk of het gedonder begint...
:08:57
en zit je te zaniken over een baantje.
- Er wordt hier niet geslagen.