1:31:02
Wie dan?
1:31:04
U, Mw. Otterbourne.
- Wat zegt u?
1:31:07
U en uw dochter weten dat je
de doden niet kan belasteren.
1:31:11
U zal nooit de schadevergoeding
moeten betalen.
1:31:15
Daarvoor moord je niet.
- Waarom niet?
1:31:19
Geef me nog
zo'n 'Gouden Je Weet Wel'.
1:31:24
Weet u, Mw. Otterbourne...
1:31:27
lk zie u door het raam
van de salon kijken
1:31:32
naar die dolgedraaide, arme
Jackie die op Mr. Doyle schiet.
1:31:38
Dan, als iedereen weg is,
gaat u het wapen halen.
1:31:43
Snel begeeft u zich
naar Mw. Doyle om 'r te doden.
1:31:46
Nee, ik ben
voor de grote, passievolle liefde,
1:31:50
niet voor moorden en stelen.
Laat me nu met rust.
1:31:54
Excuseer ons voor het storen.
- Het leven is zo wreed.
1:31:58
Je moet behoorlijk dapper zijn
om het leven aan te kunnen.
1:32:05
Hé, barman, er zit
geen pit meer in dit potje.
1:32:11
Vreselijke vrouw. Waarom
schiet niemand haar neer?
1:32:15
Misschien huren de leden van
bibliotheken ooit 'n moordenaar in.
1:32:47
Mw. Van Schuyler is zo dom om
spelletjes te spelen met Poirot.
1:32:52
U kan niet bewijzen
dat zij ze heeft gestolen.
1:32:56
Het feit dat ze er weer zijn,
betekent niet
1:32:59
dat ze haar niet vermoordde
tijdens het stelen.