:33:02
Hij is heel duur,
maar ik wil er een voor haar kopen.
:33:06
Ze is zo schattig.
Ze praat tegen het televisietoestel.
:33:12
Het is zo'n mooi kind.
:33:16
- Hoe gaat 't met Mike?
- Prima.
:33:18
We willen jullie twee weer 's zien.
:33:21
Ja leuk, maar ik heb
een zware week voor de boeg.
:33:25
Het hoeft niet per se deze week.
:33:27
Ik moet Frederick de tijd geven
om aan Barnard te wennen.
:33:33
Renny, waarom duw je
me toch altijd weg?
:33:36
- Dat doe ik niet.
- Jawel.
:33:39
Het lijkt wel alsof je
me niet in de buurt wilt.
:33:42
Ik heb problemen met m'n werk.
Ik moet alleen zijn.
:33:46
Iets scheppen ligt heel gevoelig.
:33:48
Jij verstopt je achter je werk,
Flyn is er nooit en ik heb mama geërfd.
:33:53
Ik ga bij mama langs. Ik bel haar.
:33:55
Maar jij woont in Connecticut
en ik krijg alle ellende.
:33:59
Jij voelt je altijd schuldig naar haar toe.
Wat je ook doet, 't is nooit genoeg.
:34:05
- Wat bedoel je daarmee?
- Dat weet je wel. Je kon 'r niet uitstaan.
:34:10
Juist wel.
Ik doe haar m'n hele leven al na.
:34:14
Een tijdlang was je haar ook.
:34:17
- Ik weet niet waar je 't over hebt.
- Heus wel.
:34:20
Je had altijd hoofdpijn als ze terugkwam.
Je wou 'r niet thuis.
:34:24
Ongelooflijk. Je verdraait alles wat ik zeg.
Ik geef 't op.