:58:14
Kom, voor de moordenaars ons zien.
Ik leg 't in m'n appartement wel uit.
:58:19
- Welk appartement?
- Het mijne.
:58:40
- Mijn god.
- En de mijne ook.
:58:43
Ik ben kleddernat.
:58:47
Ik heb ook
een flinke kledder ontvangen.
:58:54
Trek die natte kleren uit
voor je longontsteking krijgt.
:58:59
Wat moet ik met m'n jas doen?
:59:02
Gooi maar ergens neer.
Op de grond is prima.
:59:11
Drink wat. Ik ga me omkleden.
Ik pak wel een badjas.
:59:24
Ik zet even wat muziek op.
:59:36
- Het is heel vreemd.
- Wat?
:59:39
Ik zei: Het is vreemd.
:59:42
Weet ik. En ik zei: Wat?
:59:44
Bedoel je wat er vreemd is?
:59:48
Het is vreemd dat ik nog nooit
in dit gebouw ben geweest,
:59:55
maar niet aan de indruk kan ontkomen
dat ik hier wel ooit geweest ben.