:13:10
Paul.
:13:16
We gaan naar Kemmerich.
:13:43
Weet u waar Franz Kemmerich ligt ?
- Daarachter.
:14:00
Franz.
Hoe gaat het ?
:14:04
M'n horloge is gestolen.
- Hufters.
:14:07
Ik had je nog gewaarschuwd.
- Ik weet 't.
:14:13
Je mag snel naar huis.
- Denk je ?
:14:17
Je ziet er goed uit.
:14:20
Ik voel me ook... goed.
:14:26
M'n voet doet zo'n pijn.
:14:30
Hij voelt zo koud.
:14:32
Door die pijn kun je snel naar huis.
Wees er dankbaar voor.
:14:38
Over een week zit je met een
dikke sigaar op de stoep...
:14:42
...op te scheppen tegen Kathrina.
:14:45
Hier is wat te roken en 'n stuk kaas.
:14:48
Met de groeten van Kat. Je kam
zit in het tabaksblik.
:14:52
Verstop het onder het bed.
:14:56
Ze hebben m'n horloge gepikt.