1:12:02
U heeft uw taak vervuld in
dienst van de Duitse krijgsmacht.
1:12:06
U toonde de wereld onze kracht.
Onze vijanden werden verslagen.
1:12:12
Met Gods hulp laat u het
vaderland overwinnen.
1:12:22
Pas na zes weken zit het op je huid.
- Mag ik dat stukje zeep ?
1:12:27
Hoe is 't water ?
- Heerlijk. Kom erin.
1:12:30
Kijk daar eens.
1:12:42
Doe iets. Zeg iets.
Als ze maar niet weggaan.
1:12:56
Kom maar naar deze kant.
1:13:01
Zeg dat we met ze
willen praten.
1:13:16
Ga nou niet weg.
1:13:21
Willen jullie brood, dames ?
1:13:29
Kom toch hierheen.
1:13:46
Ze willen dat we vanavond
naar hun huis komen.
1:13:52
Met iets te eten.