:48:02
Wat doe je hier?
-Dat heb ik u al gezegd.
:48:05
Zeg 't nog maar eens.
-Generaal Wallheim stuurt me.
:48:09
Waarvoor?
:48:11
lk heb de papieren laten zien.
-Die kunnen vervalst zijn.
:48:14
Deze niet.
-Wat zijn je orders?
:48:17
Dat weet u al. Hij heeft me bevolen
om u deze papieren te geven.
:48:22
U moet ze in uw kluis doen
en mij een kwitantie geven.
:48:27
Dat is alles. Meer niet.
-We weten wie je bent.
:48:31
Dat heb ik u verteld.
-Hou je ons voor onnozel?
:48:36
Leest u die papieren maar door.
Dat is alles.
:48:40
Ik zeg dat we weten wie je bent.
:48:43
Ik begrijp niet
waarom u mij ondervraagt.
:48:49
Mijn naam is Helmut Keller.
Ik ben majoor.
:48:56
Ik ben hier op bevel
van generaal Wallheim.
:48:59
Hou op met liegen.
:49:03
Zou je niet willen roken?
:49:13
Luitenant Wells...
:49:16
je verstaat geen Engels.
:49:19
Je hebt nooit Engels gesproken.
:49:22
Dat heb je niet geleerd in Essen.
:49:26
Je mag nooit Engels praten
of erop reageren...
:49:30
ook hier niet. Wie er ook
aan 't woord is. Als 't Engels is...
:49:34
versta je het niet.
Ook al praat de premier tegen je.
:49:39
Eén zo'n vergissing
en je bent er geweest.
:49:43
De les is afgelopen.
We gaan even pauzeren.
:49:48
Verlies de moed niet. Je doet het prima.
Kom, ik trakteer je op thee.
:49:53
Kom. Het is al goed.
:49:57
Luitenant Wells,
we houden het voor gezien.