Airplane!
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:46:00
Als die mensen niet snel
in het ziekenhuis zijn, kunnen ze sterven.

:46:06
Is er iemand aan boord
die kan vliegen ?

:46:14
Ik kan zo niemand bedenken.
:46:16
Je weet hoe we ervoor staan.
Ons leven hangt van één ding af.

:46:22
Iemand die kan vliegen...
:46:25
... en geen vis heeft gegeten.
:46:39
Dames en heren,
hier spreekt uw stewardess.

:46:43
Onze excuses voor de schokken
waaraan u werd blootgesteld.

:46:47
Deze worden veroorzaakt door
luchtzakken en zijn niet verontrustend.

:46:52
Geniet u verder maar van de vlucht.
:46:55
Kan overigens iemand van u
misschien vliegen ?

:47:30
Ik kom gezagvoerder Kramer halen.
:47:33
O ja, kom binnen. Rex komt zo.
:47:41
Dus er is 'n noodtoestand.
:47:44
Zoiets ja.
Maar ze konden me niet veel vertellen.

:47:53
Er gebeuren daar zeker vaak
spannende dingen.

:47:57
In de luchtvaart gebeurt wel 's wat,
maar daar wen je wel aan.


vorige.
volgende.