:45:12
Heb je gegeten?
-lk eet die rotzooi niet.
:45:15
Weet je veel over voeding?
-lk weet veel over honger hebben.
:45:21
Vind je het prettig
om vertrouweling te zijn?
:45:25
Gewoon gevangene is niks.
:45:27
Je bent vast aan hervormers gewend.
-Elke directeur is een hervormer.
:45:34
Renfro niet.
-Hoe bedoelt u?
:45:38
Waar komen de kleren
van de gevangenen vandaan?
:45:41
Uit een speciale voddenfabriek?
:45:44
Renfro gaf ze gloednieuwe kleren,
net als u straks zult doen.
:45:49
Die vodden doet de volgende
directeur weer weg.
:45:52
Hoe is het nou als je
vertrouweling bent?
:45:56
Als je buiten op je paard zit en
je hebt je geweer in je handen. . .
:46:01
je hebt alle troeven in handen,
waarom ga je er dan niet vandoor?
:46:06
Moet u horen, Mr Brubaker. . .
:46:10
ik zou mensen niet
op bepaalde ideeën brengen.
:46:14
Op een dag leggen we zo alles neer
en spelen het spel niet meer mee.
:46:19
Dan gaan we er zo vandoor.
:46:34
Wacht even.
:46:40
Voor jou.
:46:50
Hoeveel gewonden? En
de bewaking? lk kom er zo aan.
:46:56
Wat is er?
-Het dak van de barakken is ingestort.