Brubaker
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:51:09
Ziet er goed uit, directeur.
:51:16
Vorige week zijn er 300 dozen met
chili afgeleverd. Waar zijn die nu?

:51:21
Nee, daar heb ik gekeken.
:51:23
Hebben de jongens het opgegeten?
:51:26
Niet de gewone mannen.
Er zijn maar 50 vertrouwelingen.

:51:31
Dat zijn 7200 blikken.
:51:34
Gedeeld door 50
kom je op 1 44 blikken.

:51:38
Zeg het maar als het niet klopt.
-U gaat te snel voor me.

:51:43
Gedeeld door zeven dagen. . .
:51:46
kom je op 20,5 blikken chili
per vertrouweling per dag.

:51:52
Wat denk jij dan?
:51:56
Leef je nog, Willets?
-Nee.

:52:00
Het dak is ingestort,
mensen hebben honger.

:52:03
lk wil weten waar
al dat eten heen gaat.

:52:07
Doe je dat, Willets? lk wil
dat je dit bekendmaakt, Purcell:

:52:11
Alleen gevangeniskleren en
-laarzen mogen worden gedragen.

:52:15
Er zijn geen laarzen.
-Bestel ze dan.

:52:18
Willets doet de inkoop.
-Bestel jij ze maar, Roy.

:52:22
700 paar. En geen
kaalgeschoren hoofden meer.

:52:26
Maar hoe moet ik
de maten nou weten?

:52:29
Dat weet je toch? Kom nou, zeg.
:52:32
Kijk nou, zeg. Vers bloed,
dat kon deze tent wel gebruiken.

:52:37
Jij bent zeker Brubaker?
-Dat klopt.

:52:41
Je ziet er bepaald niet
als een directeur uit.

:52:45
Pruimentaart met chocola, speciaal
door moeder de vrouw gebakken.

:52:52
lk heb een hekel aan pruimen.
lk word er duf van.

:52:56
Had ik m'n naam gezegd?
-Nee, maar ik weet wie u bent.

:52:59
C.P. Woodward. Zeg maar Woody.
-Wat komt u doen, Mr Woodward?


vorige.
volgende.