:08:15
Jenny heeft gebeld.
Ze komt op bezoek.
:08:18
Alweer ?
- Ja, alweer. Is dat een probleem ?
:08:23
Nee, maar de vorige keer
is ze wel twee weken gebleven.
:08:28
Ze is m'n beste vriendin.
Moet ze soms naar een hotel ?
:08:39
Ik ben aan het nadenken.
- Over die zaak ?
:08:43
Ik heb het op het nieuws gezien.
:08:47
De wereld wordt met de dag zieker.
Waarom doet iemand zoiets ?
:08:52
Ik wil er niet over praten.
- Ik hoef geen details te weten.
:08:57
Ik wil er niet over praten, zei ik.
:09:39
Hij zegt: ik dacht dat ik zou gillen
toen ik uit de kast kwam.
:09:46
Ken je de doodsoorzaak ?
:09:48
Aderlating.
Dat wil zeggen: Hij is doodgebloed.
:09:53
Verder heeft hij brandwonden
aan het rechterwandbeen.
:09:58
Die zijn afkomstig van een veeprikker
of zoiets. Hij was bewusteloos.