1:04:22
Mr Breslauer, de politie.
Wilt u de deur opendoen ?
1:04:36
We willen u spreken.
Mogen we binnenkomen ?
1:04:57
Iemand denkt dat u ons
een bandje heeft gestuurd.
1:05:04
Ik ga een paar zinnen voorlezen. Wilt u
zo vriendelijk zijn om die te herhalen ?
1:05:11
Ik geloof dat ik u heb onderschat. Soms
ben ik slimmer dan goed voor me is.
1:05:17
Ik geloof dat ik u heb onderschat. Soms
ben ik slimmer dan goed voor me is.
1:05:26
Dat gebeurt me niet weer.
1:05:28
Er schuilt een zekere ironie
in wat er gisteren gebeurd is.
1:05:31
Uiteindelijk heb ik m'n zin gekregen.
1:05:35
John was beter geweest, maar Andrew,
Andreas, was ook een apostel.
1:05:42
De rest ook nog ?
1:05:46
Hij is niet onze man.
- En z'n stem dan ?
1:05:49
Hij heeft het bandje ingesproken,
maar hij is niet onze man.
1:05:59
Hij is blind.