1:38:30
De ouders willen je bedanken.
1:38:34
Bedankt voor wat u gedaan hebt.
- Gelukkig heeft hij niks.
1:38:44
Dit is voor u.
1:38:56
Volgens de arts ben je minstens
drie maanden uit de running.
1:39:01
Dat geeft niet.
Ik kan wel wat tijd gebruiken.
1:39:05
Ik moet m'n leven weer op orde krijgen.
1:39:10
Ik hou van je.
- Ik ook van jou.
1:39:26
Net op tijd voor een proefrit.
1:39:29
Je ziet er goed uit.
- Welnee, ik zie er vreselijk uit.
1:39:34
Ik ken iemand
die hiermee de marathon loopt.
1:39:37
Wanneer kom je terug ?
- Ik kom wel terug, heus.
1:39:43
En dan ga ik niet
achter een bureau zitten.
1:39:46
Je kunt er zelfs mee skiƫn.
1:39:51
Ik help je wel.
- Het gaat wel.
1:39:55
Als dit wat moet worden,
dan moetje me ook de kans geven.