Arthur
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:06:03
Hadden we maar gevreeën.
1:06:07
Kon ik je 's morgens zien.
1:06:11
Ik moet met Susan trouwen,
anders krijg ik niks meer.

1:06:14
Bijna een miljard dollar.
1:06:19
Eén van de paarden viel net flauw.
1:06:23
Dit is belachelijk.
1:06:25
Heb je taxigeld?
Ik wil zo laat niet met de trein.

1:06:30
Kijk, als ik getrouwd ben...
1:06:32
...geef ik jou een flat en we...
1:06:35
Laat maar.
1:06:38
Je bent leuk!
1:06:44
Ik dacht al dat je hier was.
1:06:47
Hij is dol op dat stinkende paard.
1:06:49
Ken ik jou?
1:06:52
Ik denk het niet.
1:06:54
Linda Marolla. Susan Johnson,
mijn verloofde.

1:06:57
Ik stoor toch niet?
1:06:59
Dat zou ik ook zeggen.
1:07:02
Laten we het maar zeggen.
1:07:06
Zeg jij het maar.
1:07:10
Mijn man, Harold,
zat bij Arthur op school.

1:07:15
Harold vergokte een fortuin.
Hij is ziek!

1:07:18
Een ziek mens!
1:07:20
Maar hij is mijn man.
1:07:23
Ik ben geen gast.
Ik kwam hier met een reden.

1:07:26
Om Arthur te smeken
ons geld te lenen.

1:07:30
Een van mijn kinderen...
1:07:32
...mijn jongste, mijn baby...
1:07:34
...moet geopereerd worden.
1:07:37
De verzekering is niet betaald.
Ik ben ten einde raad.

1:07:40
Moet ik doorgaan?
1:07:42
Natuurlijk niet!
1:07:43
Natuurlijk niet!
1:07:45
- Ik kwam je niet bespioneren.
- Weet ik!

1:07:48
Bitterman belde. Het is dringend.
1:07:52
Bedankt.
1:07:55
Doe Harold de groeten.

vorige.
volgende.