:47:07
Waar heb je uitgehangen ?
Dat is lang geleden.
:47:11
Ik wist niet dat je Plissken kende.
- Leuk, hé ? Heb je wat benzine voor me ?
:47:21
Ik ben blij dat je me nog kent.
:47:24
Je moet de dingen onthouden.
:47:27
Kansas City. Vier jaar geleden.
Je liet me barsten.
:47:33
Je was te laat.
- We waren vrienden.
:47:37
Jij en ik en Fresno Bob. Weet je
wat ze met Bob gedaan hebben ?
:47:45
Moet ik schieten ?
Waar is de president ?
:47:48
Ik weet het echt niet.
- Ouwehoer niet.
:47:52
Vanwaar je vraag ?
- Ik moet hem hebben.
:47:56
Werk je nu voor hem ?
- Ik sla het eruit.
:47:59
Maggie weet niet exact waar hij is. Als
je 't niet exact weet, vind je hem niet.
:48:13
Ik haal je hier weg.
:48:17
Ik heb een zweefvliegtuig.
Het is hier vlakbij.
:48:21
Je hoeft me alleen maar
naar hem toe te brengen.
:48:25
Eerlijk waar ? Neem je mij ook mee ?
:48:30
We hebben al iets lopen.
- Geen zweefvliegtuig.
:48:34
Wij hebben de president.
De Duke neemt ons mee.
:48:37
Vergeet het maar.
:48:40
Ik weet iets wat jij
en de Duke niet weten.
:48:44
Nog even en de president
is niks meer waard.
:48:48
Dat lieg je.
:48:50
Misschien ook niet.
:48:53
Kijk naar z'n gezicht. Hij liegt.
- Ja, hoor. Ik lieg.
:48:59
Ik maak wat lol en zoek alleen verder.
Bepraat hem.