:34:22
Zeg Brit, ik heb een geleerde
kwestie met je te bespreken.
:34:26
Je bent toch zo goed
in geschiedenis?
:34:29
Ik moet over de val van Rome
schrijven. Nooit van gehoord.
:34:34
Waar ben je op uit?
-Papers voor papier.
:34:38
Opstellen voor geld?
:34:42
Dat is het dus.
-Wat bedoel je?
:34:44
Dat wordt al met al een motor.
-Goed idee. Nou?
:34:50
Afgesproken.
-Mooi zo.
:34:53
De levering doen we niet
in het openbaar.
:34:57
Ik moet om m'n reputatie denken.
:35:02
waarom Rome ten onder ging
:35:12
Hij is open.
:35:15
Je oom zei dat je hier was.
Wat is dit voor een hok?
:35:19
Het is z'n atoomschuilkelder.
:35:22
Heb je het opstel?
-Heb je het geld?
:35:33
Dit is een fijn optrekje.
:35:35
Een atoomschuilkelder.
Goed om huiswerk te maken...
:35:39
en voor andere fysieke
studentenactiviteiten.
:35:54
Kun je nog wat
geschiedenishuiswerk aan?
:35:57
Ik zal het proberen.
-Dit blijft tussen ons.