:42:11
Door de deur.
:42:16
Daar.
:42:21
Sorry, Mac. Je moet je spullen verhuizen.
:42:24
We moeten ze van Doc hierin doen
en opsluiten.
:42:28
-lk moet je spreken.
-lk heb geen zin.
:42:30
lk wil naar m'n hut en me bezatten.
:42:32
-Mac, dit is belangrijk.
-Wat is er?
:42:36
-Naar buiten.
-'t Vriest 40°.
:42:38
ln de Thiokol. Alsjeblieft, Mac.
:42:55
We zouden dit spul
gewoon moeten verbranden.
:42:57
Je verbrandt de vondst van de eeuw niet.
:43:00
Dat gaat iemand de Nobelprijs bezorgen.
:43:15
Heb je de sleutels?
:43:17
Neem die van Garry.
lk wil hier wat spullen uithalen.
:43:53
Er is iets mis met Blair.
:43:54
Hij heeft zich opgesloten en doet niet open.
:43:57
lk heb een van z'n notitieboekjes gepakt.