The Thing
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:24:00
Hoe kon hij eruit?
De deur was van buiten afgegrendeld.

1:24:51
Hé, Blair! Ben je daar?
1:24:53
We hebben wat voor je!
1:25:05
Blair is hier in z'n eentje bezig geweest.
1:25:18
-Wat is 't?
-lets dat hij gemaakt heeft.

1:25:21
Een soort schip.
1:25:25
Hij stal de onderdelen van de helikopter.
1:25:27
Slimme klootzak.
Hij bouwde 't stukje bij beetje.

1:25:31
Waar probeerde hij naartoe te gaan?
1:25:34
Weg van hier.

vorige.
volgende.