:57:52
Goedemorgen. Mag ik een kopje koffie?
-Komt eraan.
:57:59
Uw man zit daar te wachten.
:58:09
Kon u de verleiding
om hem mee te nemen niet weerstaan?
:58:24
Goed geslapen?
:58:25
Waar moet ik beginnen?
-Bij het begin.
:58:33
Ik kwam die vent tegen.
:58:34
Wilt u een croissant? Een stuk taart?
-Nee, dank u.
:58:40
Ze zijn heerlijk,
maar niemand die ze koopt.
:58:45
Ik kwam hem vlak bij het huis tegen.
:58:48
Ik had spullen gekocht voor
m'n verjaardag. Hij hielp me sjouwen.
:58:55
Hij leek me aardig, dus
nodigde ik hem uit voor het feest.