:23:01
Hij is gewond. Hij roept me.
:23:05
Wat is er?
:23:11
Niks, laat maar.
:23:16
Ik hoor een stem roepen.
Hij blijft maar iets herhalen.
:23:22
Maar ik versta de woorden niet.
:23:26
Wat zegt die stem dan?
:23:28
Lets...
:23:34
Ik kan het niet uitleggen.
:23:40
Ik wist dat je me niet zou geloven.
- Ik geloof je wel.
:23:51
Je denkt toch niet dat ik gek word, hè?
:23:54
Ben je mal?
Ze hebben allerlei testjes gedaan.
:23:58
Jij bent de enige hier die niet gek is.
:24:03
Maak je geen zorgen.
Het was maar een nachtmerrie.
:24:35
Heb je alles geprobeerd?
- Ja, hij is ondoordringbaar.
:24:40
We moeten erin zien te komen.
:24:43
Wie weet zit er wel
een levend of stervend wezen in.
:24:49
Het lijkt geen naden te hebben.
Geen in- of uitgang.