:23:00
Een ei, omgedraaid.
De hond te eten.
:23:03
Heeft papa je eten gegeten ?
- Je ei.
:23:05
Ik lust geen eieren, pap.
Eet jij 't maar. Ik breng je koffie.
:23:12
Sinds wanneer lust je geen ei ?
- Sinds m'n geboorte of zo ?
:23:17
Waarom ben je op ?
- Nou, 't is ochtend.
:23:21
Je bedoelt: Waarom hoefde je
me niet uit bed te trekken ?
:23:25
Ik heb een baan.
:23:30
Waar ?
- Ik vertel 't als ik begin.
:23:36
Wanneer is dat ?
- Gauw.
:23:40
Ik ben trots op je. Een baan.
- Een makkie.
:23:43
Nee, geen makkie.
:23:46
Ik moet weg.
:23:49
Vertel 't me vanavond.
:24:20
Hoe gaat 't ?
- Best. Met jou ?
:24:23
Best en jij ?
:24:26
Ik zei net dat 't goed gaat.
:24:32
Ben je hier voor 't eerst ?
:24:35
Ik ben hier ook niet erg getapt.
:24:38
Je bent binnen toch oké ?
:24:42
Ik weet niet. Ik hoor er niet helemaal bij.
:24:53
Je computertruc was leuk.
:24:55
Knap.
- Geweldig knap.