1:05:03
Nee, hierboven.
1:05:08
Ik begin er heel goed in te worden.
Het gaat bijna vanzelf.
1:05:14
Ik bijt ook niet meer op m'n nagels.
1:05:21
En kijk hier eens. Wat is dit ?
Ik heb geen idee.
1:05:29
Kennelijk heb ik
een doelgerichte ziekte.
1:05:36
Misschien is het
toch niet zo'n erge ziekte.
1:05:41
Ik kan niet blijven.
1:05:45
Waarom niet ?
- Ik kan het niet aan.
1:05:49
Hoezo ? Je raakt heus niet besmet.
Ik weet wat de ziekte wil.
1:05:56
Wat wil de ziekte ?
- Het wil me ergens in veranderen.
1:06:02
De meesten willen graag veranderen.
- Waarin dan ?
1:06:07
Een vlieg misschien ?
Een vlieg van 84 kilo ?
1:06:11
Ik word iets wat nog niet bestaat,
ik word de Brundle-vlieg.
1:06:18
Vind je dat geen Nobelprijs waard ?
1:06:23
Ik zal je een demonstratie geven...
1:06:27
die je maar moet vastleggen
voor het nageslacht.
1:06:32
Je moet toch zeker het leven
van de Brundle-vlieg optekenen ?
1:06:38
Het zou op z'n minst
een geweldig kinderboek zijn.
1:06:43
Je ziet er moe uit.
1:06:46
Heb je me in beeld ?
1:06:52
Hoe eet de Brundle-vlieg ? Hij heeft
ontdekt dat hij eet als een vlieg.
1:06:58
Z'n tanden zijn waardeloos. Hij kan
namelijk geen vast voedsel verteren.