:34:26
Ja, geweldig.
:34:32
Om tien uur. Goed hoor.
:34:36
We zullen er zijn.
:35:09
Ze willen haar zo graag ontmoeten.
:35:13
Eerst wil ik zeker weten dat
er geen kans op een jongen is.
:35:19
Degene die naar onze woonwagen
kwam, had het over een jongen.
:35:26
Dus vader wil er zeker van zijn
dat er alles aan is gedaan.
:35:31
We hebben naar een jongen gezocht.
Maar die zijn er nu niet.
:35:36
Goed dan. Vind jij haar wat, moeder ?
- Ja, Sir.
:35:42
Is ze wel gevaccineerd en zo ?
- Het is geen puppie.
:35:50
U hebt toch kleren gekocht ?
- Ja, een paar dingetjes.
:35:56
Ze is net erg verkouden geworden.
Dit zijn haar medicijnen.