:36:02
Een kwart theelepel elke vier uur.
Het maatlepeltje zit bij haar spullen.
:36:10
Kleren en speelgoed hoeven niet.
:36:16
Mag ik weten waar u vandaan komt ?
:36:21
We gaan volgende week terug naar
Duluth. Merle's familie zit daar al.
:36:28
Onze dominee zit er ook.
Fern vindt het er vast fijn.
:36:36
Fern ?
:36:39
We noemen haar naar Merle's moeder.
:36:42
Stil maar. Stil zijn.
:36:48
Misschien moet ik...
- Ik handel de rest wel af. U kunt gaan.
:37:09
Pas goed op jezelf.
:37:17
Juist, ja.