:57:03
Je hebt m'n achterruit ingegooid.
- Waar is ze ?
:57:07
Ze logeert bij ons.
- Breng me daar dan naar toe.
:57:21
Ze wou niet
bij haar vrienden blijven.
:57:24
Waar is ze ?
- Het is pas half acht.
:57:26
Anders ga ik weer overgeven.
- Ze ligt in de logeerkamer.
:57:30
Wat is er ?
- Hij wil Nadia spreken.
:57:33
Maar het is pas half acht.
- Hij is de kluts kwijt.
:58:14
Hoor je me ?
- Ja...
:58:17
Wie ben jij ?
- Walter.
:58:23
Ben je dood ? Zo zie je er wel uit.
- Wat krijg je voor de borgtocht ?
:58:31
Ik wil bij jou niet in het krijt
staan. Voor niets.
:58:35
Zeg me wat ik je schuldig ben,
dan schrijf ik thuis een cheque uit.
:58:40
Kan dat geen andere keer ?
- Ik heb niet veel tijd meer.
:58:44
Schreeuw niet zo.
- Ik schreeuwde niet.
:58:48
Ik dacht dat je dat van plan was.
Ik kan er niet tegen.
:58:57
Ik moet volgende week vrijdag
voorkomen.