:49:02
Hij is een mummie. We hebben hem
meegenomen en hij logeert in de kelder.
:49:07
Charlie en ik hebben in de jungle
naar de schedel gezocht.
:49:11
Dat is wie er in de kast zit,
Mr. Sherlock Holmes.
:49:22
Wat doe jij in de kast, Rochelle ?
:49:26
Dit klopt niet.
- Dat zie ik.
:49:28
Je begrijpt het niet.
Ik heb geen idee wat zij daar doet.
:49:33
Wie dacht je dat erin zat ?
- Een mummie, of 'n Pterodactylus jong.
:49:48
Je moet je schamen.
:49:54
Kijk, een prehistorische vogel.
:50:15
Geef maar aan mij.
- Opgeruimd staat netjes.
:50:19
Die is weg.
Nu kunnen we doen wat we willen.
:50:22
Rondlopen in ondergoed.
Grappige telefoontjes plegen.
:50:26
Kun je niet een keertje
je waffel houden ?
:50:36
Verrassing.
- Waar is Rochelle ?
:50:40
Let op.
:50:49
Ik heb uren op je gewacht.
- Het is leuk je te zien...
:50:54
... maar ik heb familieproblemen.
Begrijp je ?
:50:59
Kun je voor haar een taxi bellen ?
- He, Chucky.