1:09:02
Kom een keertje bij mij thuis eten.
Patrice is er dan ook.
1:09:07
Laten we naar mijn huis gaan.
Ik wil graag voor je koken.
1:09:11
Kun je koken?
- Een beetje, ja.
1:09:15
Goed. Dan koop ik de groente.
1:09:18
Prima. Maar ik moet je waarschuwen.
Ik woon armoedig.
1:09:23
Nou en? Ik wil graag zien hoe je woont.
1:09:41
Welkom in mijn eenvoudige woning.
1:09:52
Wat is er?
- Niks.
1:09:56
Alles is in orde.
Ik ben zo terug.
1:10:04
Wat heb je gedaan?
- Ik moest het toch opknappen?
1:10:09
Ik zou je moeten vermoorden!
Ik moet arm lijken.
1:10:19
Alles goed?
- Ja hoor. Ik moet opruimen.
1:10:39
Wat doe je?
1:10:44
In hemelsnaam.
Blijf van m'n zakgeld af.
1:10:52
Zo kun je geen onheil meer aanrichten.
- Je bent onredelijk.
1:10:58
Als je 't voor me verpest hebt,
vergeef ik 't je nooit.