1:29:01
Ik moet nu echt gaan.
- Nee, ga zitten. Wil je er ijs in?
1:29:07
Ik ben zo terug.
1:29:20
Wie was dat?
- Een Jehova's getuige.
1:29:24
Excuseer me.
1:29:32
Ze moet je niet meer.
Heb je 't nou nog niet door?
1:29:36
Maar ik moest van je langskomen...
1:29:41
Waar waren we gebleven?
1:29:58
Ik heb je gewaarschuwd.
Pak 'm, Dottie!
1:30:10
Erg aardig van u, maar ik moet gaan.
1:30:13
Je kunt best nog even blijven.
Ik heb wat hapjes in de oven staan.
1:30:20
Ik zal kijken of ze al klaar zijn.
1:30:25
Ik moet gaan, Lisa.
- Is er iets, Akeem?
1:30:29
Ik vertel het als de tijd rijp is.
Ik moet weg. Doe je papa de groeten.
1:30:38
Waar is Akeem?
- Hij moest gaan.
1:30:41
Hij mag niet weggaan!
- Wat is er aan de hand?
1:30:45
En waarom ben je opeens zo aardig tegen hem?
1:30:48
Ik vind 'm aardig.
1:30:51
Wat voer je in je schild?
- Hoezo? Niks.
1:30:54
Ik mag toch van gedachten veranderen?
1:30:57
Papa...
- Jullie passen goed bij elkaar.