:42:00
vindt u 'n veer en 'n flesje olie...
:42:02
zodat u 't deurslot
en de scharnieren kunt smeren.
:42:06
Weet u 't zeker ?
:42:08
Vertrouw op me.
:42:13
Geloof me, mademoiselle...
:42:15
als ik een ding niet verdraag,
is het onbetrouwbaarheid.
:42:43
Gaat 't iets beter ?
:42:54
Zou ik ziek zijn,
ware 't niet moeilijk de schuldige te raden.
:43:01
U kunt mij toch niet bedoelen ?
:43:04
- U beloofde weg te gaan.
- Dat deed ik.
:43:06
Wilt u mij excuseren, madame ?
:43:25
Vlug... uw moeder.
:43:38
Wat doe je hier ?
:43:41
Ik wilde alleen uw sjaal halen.