:32:00
Het is een tweeling.
:32:03
Een eeneïge tweeling.
:32:07
Je bent lijkbleek.
:32:11
Heb ik iets gezegd ?
:32:13
Nee, helemaal niet.
Waar is de ober, ik wil koffie.
:32:18
Wat walgelijk.
:32:22
Ik heb iets gezegd, hé ?
:32:26
Ik ben heel gek op je, Tasme.
:32:42
Waarom zei je niet dat je broer
geen gewone broer is ?
:32:51
Nooit aan gedacht.
Hij is een gewone broer.
:32:55
Ach, doet het ertoe ?
:32:57
Doet het ertoe ? Ik hoorde dat
jullie samen in een huis wonen.
:33:03
Ja, dat is waar.
:33:06
Allebei dol op Italiaanse meubels.
- Slapen jullie ook samen ?
:33:15
Je zei dat je broer en jij
niet intiem waren.
:33:19
Nu kom ik erachter dat jullie niet
alleen een eeneïge tweeling zijn...
:33:26
maar ook in een huis wonen.
:33:33
Wat voor iemand is je tweelingbroer ?
:33:42
Tja, hij lijkt natuurlijk
heel veel op mij.
:33:48
Zijn jullie psychisch ook hetzelfde ?
:33:54
Nee, vind ik niet.
:33:57
Wanneer kan ik hem zien ?
:33:59
Dat kan niet. Dat zou je niet willen.